Wijzigingen loonbelasting

Wijzigingen loonbelasting

In de loonbelasting zijn per 1 januari 2019 enkele zaken gewijzigd.

Privégebruik auto
Werknemers met een auto van de zaak, die zij ook privé mogen gebruiken, worden geconfronteerd met een bijtelling bij hun salaris. De bijtelling is een percentage van de cataloguswaarde van de auto inclusief omzetbelasting. Bepalend voor de hoogte van het percentage van de bijtelling zijn de CO2-uitstoot en de datum van eerste toelating op de weg van de auto. Voor in 2019 nieuw toegelaten auto’s zonder CO2-uitstoot geldt een verlaagde bijtelling van 4% over de eerste € 50.000. Voor zover de catalogusprijs hoger is dan € 50.000 geldt de reguliere bijtelling van 22%. In alle andere gevallen bedraagt de bijtelling 22%.

Tot en met 2016 golden nog verschillende verlaagde percentages. Deze verlaagde percentages en uitstootgrenzen gelden gedurende maximaal 60 maanden. Auto’s van voor 2017, waarvoor een verlaagd bijtellingspercentage geldt, vallen na de periode van 60 maanden onder de destijds geldende standaardbijtelling van 25% en niet onder het huidige algemene percentage van 22. Voor auto’s zonder CO2-uitstoot van voor 2017 geldt na het verstrijken van de 60-maandstermijn een verlaagde bijtelling van 7% over de eerste € 50.000 van de catalogusprijs en van 25% over het meerdere.

30%-regeling
Voor uit het buitenland afkomstige werknemers met een bijzondere deskundigheid geldt onder bepaalde voorwaarden een belastingvrije vergoeding van 30% van de totale bruto beloning. Om aan te tonen dat een werknemer beschikt over een specifieke deskundigheid die op de Nederlandse arbeidsmarkt niet of schaars aanwezig is, geldt een salarisnorm. Voor 2019 is het normbedrag vastgesteld op € 37.743. Voor werknemers die jonger zijn dan 30 jaar en beschikken over een afgeronde masteropleiding geldt een verlaagde salarisnorm van € 28.690.
De 30%-regeling kent sinds 1 januari 2019 een maximale looptijd van vijf jaar. De verkorting van de looptijd geldt met ingang van 2021 ook voor bestaande gevallen. Van 2012 tot en met 2018 was de maximale looptijd acht jaar. Tot en met 2011 was de looptijd maximaal tien jaar.

Vrijwilligersregeling
Aan vrijwilligers kan in 2019 een vrijgestelde vergoeding worden betaald van maximaal € 170 per maand en € 1.700 per jaar.

Kraamverlof en partnerverlof
Een werknemer heeft na de bevalling van zijn partner recht op vijf werkdagen doorbetaald kraamverlof. De werknemer kan het verlof meteen opnemen of in de eerste vier weken na de bevalling.

Bron: Ministerie van Financiën | publicatie | 04-01-2019